18 tips om je team en jezelf in balans te houden tijdens deze crisis
1
Ten eerste: wees je ervan bewust dat al het bovenstaande en onderstaande zeker ook voor jou geldt. Zorg goed voor jezelf, neem jezelf en de signalen die je lichaam geeft serieus. Dat is een voorwaarde om langdurig inzetbaar te blijven en tot steun te zijn en blijven als leidinggevende.
2
Geef als leider altijd het juiste voorbeeld. Goed voorbeeld doet volgen! Als jij laat zien dat zelfzorg ook onder hectische omstandigheden erbij hoort (al is het maar 5 minuten), dan weten de mensen dat het kan en mag en handelen ze er eerder naar. Medisch personeel heeft vaak de neiging zichzelf te ‘vergeten’ of ‘niet belangrijk genoeg’ te vinden wanneer ze aan het werk zijn met ernstig zieke patiënten, zeker als de nood aan de man is. Dit is misschien herkenbaar en heel invoelbaar, maar een risico. Je team kan opgebrand raken en niet meer inzetbaar zijn op lange termijn. Duurzaam inzetbaar blijven en het voortzettingsvermogen van je team is essentieel om te voorkomen dat iemand instort door fysieke en mentale uitputting (bv omdat geen zelfzorg is toegepast omdat dat ‘not done’ was), met alle gevolgen voor patiënten van dien.
3
Zorg voor adequate en heldere informatie. Geef ook aan wanneer iets niet bekend is of niet mogelijk is. ‘Informatie is motivatie’. Informatie voorkomt geruchtenstromen, ‘fake news’ en onnodige onzekerheid en angst. Deel vervelende boodschappen direct, dat geeft duidelijkheid.
4
Geef ruimte om vragen te stellen en zorgen te uiten.
5
Wees duidelijk in de maatregelen die worden genomen om het personeel zoveel mogelijk te beschermen tegen het virus en wat ze zelf kunnen.
6
Bereid mensen zoveel mogelijk voor op wat verwacht kan worden. Realistische verwachtingen helpen in de voorbereiding op wat komen gaat. Geef aan wat de verschillende scenario’s zijn en hoe dan gehandeld kan worden. Ga ook uit van een ‘worst case scenario’. Voor hulpverleners is dat er meer patiënten zijn dan er zorg beschikbaar is en dat er triage wordt toegepast. Hoewel een zeer ongewenst scenario, is het passend om hier rekening mee te houden, elkaar hierop voor te bereiden en afspraken te maken. Vergelijk het eventueel met een oorlogssituatie waarin niet iedereen geholpen kan worden door beperkte middelen.
7
Wissel mensen eventueel van functie/dienst indien nodig en geef indien mogelijk andere, meer eenvoudige taken. Zo houd je de mensen betrokken.
8
Maak een buddy systeem. Koppel ervaren collega’s aan minder ervaren collega’s. Het buddy systeem helpt om steun te bieden, het monitoren van stress en bevordering van veiligheidsprocedures.
9
Moedig aan om voldoende pauze en rust te nemen. Wees indien nodig directief. Je team voelt zich verantwoordelijk en het risico is dat te laat een grens wordt gezien. Zorg dat er voldoende eten en drinken beschikbaar is. Zorg voor een rustige ruimte waar mensen samen kunnen komen.
10
Geef waar mogelijk ruimte aan mensen die direct betrokken zijn of familieleden hebben die getroffen zijn of betrokken zijn bij stressvolle gebeurtenissen.
11
Stel jezelf in kennis van mogelijkheden voor psychosociale ondersteuning in de omgeving (peer support, opvangteams (eventueel van andere afdelingen), geestelijke verzorging, maatschappelijk werk, geestelijke gezondheidszorg). Geef het goede voorbeeld, wees je ervan bewust dat je een rolmodel bent voor je mensen in hoe je omgaat met stress.
12
Geef je personeel uitleg over de basisbehoeften en emotionele en praktische steun. Help en faciliteer je mensen om pauze te nemen en creëer bewust een sfeer waarin men elkaar erop aanspreekt als collega’s het niet doen. Stimuleer je mensen zelfzorg te blijven toe te passen: pauzes nemen, voldoende rusten, eten/drinken als het (veilig) kan, even afstand nemen, humor, je emoties delen/ventileren, je grens aangeven etc.
13
Let goed op dat je niemand vergeet of over het hoofd ziet. Vaak zijn er meer mensen betrokken dan aanvankelijk lijkt. Laat iemand met je meedenken.
14
Geef het personeel de erkenning, waardering, aanmoediging en steun die ze verdienen. Betrokkenheid van en gezien worden door leidinggevenden en collega’s is essentieel. Laat zien dat je achter ze staat.
15
Als iemand door oplopende spanning zijn taak niet meer kan uitvoeren, zoek waar mogelijk naar een andere meer eenvoudige of overzichtelijke taak. Zo blijven mensen betrokken.
16
Geef ruimte voor emoties van personeel. Ga er niet uit jezelf naar op zoek en vraag niet teveel door, maar zorg ervoor dat je emoties die spontaan geuit worden niet worden genegeerd. Kom niet direct met oplossingen, bagatelliseer de emoties niet. Besef dat iedereen elke situatie op een andere manier ervaart. Een luisterend oor is vaak voldoende en zelfs het belangrijkst. Erken de emoties en beleving. Vraag waar iemand behoefte aan heeft. Als iemand het niet weet, geef een aantal suggesties in overweging. Geef waar mogelijk regie. Dat is belangrijk, juist na situaties waarin iemand zich mogelijk machteloos heeft gevoeld.
17
Houd waar mogelijk een debriefing na (extra) ingrijpende gebeurtenissen waarin je met elkaar nabespreekt wat er is gebeurd. Houd het bij de feiten en ga niet te diep in op emoties. Laat men stoom afblazen. Het is nadrukkelijk geen psychologische debriefing. Geef uitleg over reacties die mensen mogelijk bij zichzelf kunnen merken en geef bovenstaande adviezen. Kom er in de tijd erna op terug om te zien hoe het met het personeel gaat.
18
Stel jezelf bekend wie opgeleid is in peer support / intercollegiale opvang. Houd er rekening mee dat zij mogelijk niet meer inzetbaar zijn omdat zij zich in dezelfde situatie bevinden. Overweeg andere afdelingen alvast als back-up te vragen. Ook al hebben zij niet hetzelfde specialisme, ze zijn wel peers van de medische wereld.